Vertaling van staken

Inhoud:

Nederlands

Frans

afbreken, opbreken, opheffen, staken, stelpen, stoppen, stopzetten {ww.}

arrêter
terminer
interrompre
faire cesser

wij staken
jullie staken
zij staken

nous arrêtons
vous arrêtez
ils/elles arrêtent
» meer vervoegingen van arrêter

Ge zoudt moeten stoppen met roken.

Vous devriez arrêter de fumer.

leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}

poser
mettre
appliquer

wij staken
jullie staken
zij staken

nous posions
vous posiez
ils/elles posaient
» meer vervoegingen van poser

Mag ik een vraag stellen?

Puis-je poser une question ?

Mag ik een paar vragen stellen?

Puis-je poser quelques questions ?

pikken, priemen, prikken, steken {ww.}

piquer

wij staken
jullie staken
zij staken

nous piquions
vous piquiez
ils/elles piquaient
» meer vervoegingen van piquer

indoen, steken, insteken {ww.}

introduire

wij staken
jullie staken
zij staken

nous introduisions
vous introduisiez
ils/elles introduisaient
» meer vervoegingen van introduire

paal, heipaal, staak (mv. staken) {zn.}

échalas [m] (le ~)
pieu [m] (le ~)