Vertaling van stipt

Inhoud:

Nederlands
Frans
tijdig, vroegtijdig, accuraat, nauwgezet, nauwkeurig, prompt, stipt, zorgvuldig, punctueel {bn.}
ponctuel 
exact 
régulier 
juist, minutieus, precies, scherp, secuur, stipt, zorgvuldig {bn.}
précis 
nauw, nauwsluitend, stipt, streng, strikt {bn.}
strict