Vertaling van stoffen

Inhoud:

Nederlands

Frans

bluffen, opscheppen, pochen, snoeven, snorken, stoffen, zwetsen {ww.}

fanfarroner
faire le malin

materie [v], zelfstandigheid [v], stof (mv. stoffen) {zn.}

matière [v] (la ~)

goedje [o], substantie [v], zelfstandigheid [v], spul, stof (mv. stoffen) {zn.}

substance [v] (la ~)

apropos [o], onderwerp, stof (mv. stoffen), thema {zn.}

sujet  [m] (le ~)
thème  [m] (le ~)
composition  [v] (la ~)

Ons thema van de week is: _____.

Notre thème de la semaine est : _____.

Je vraagt heeft niks met het onderwerp te maken.

Votre question ne se réfère pas au sujet.

stof (mv. stoffen), weefsel {zn.}

étoffe [v] (la ~)
tissu [m] (le ~)

stof (mv. stoffen) [o] {zn.}

poussière [v] (la ~)

Hij is allergisch voor stof.

Il est allergique à la poussière.

Op de woordenboeken ligt niets dan stof, op de mijne tenminste.

Sur les dictionnaires il n'y a que de la poussière, en tout cas sur les miens.

onderwerp, stof (mv. stoffen), subject {zn.}

sujet [m] (le ~)

Er zijn heel wat boeken over het onderwerp.

Il y a des tas de livres sur le sujet.