Vertaling van stoppen
wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen
nous posons
vous posez
ils/elles posent
» meer vervoegingen van poser
wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen
nous rapiéçons
vous rapiécez
ils/elles rapiècent
» meer vervoegingen van rapiécer
wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen
nous remplissons
vous remplissez
ils/elles remplissent
» meer vervoegingen van remplir
wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen
nous cessons
vous cessez
ils/elles cessent
» meer vervoegingen van cesser
wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen
nous raccommodons
vous raccommodez
ils/elles raccommodent
» meer vervoegingen van raccommoder
wij stoppen
jullie stoppen
zij stoppen
nous arrêtons
vous arrêtez
ils/elles arrêtent
» meer vervoegingen van arrêter
Voorbeelden in zinsverband
Ge moet stoppen met roken.
Tu dois cesser de fumer.
Hij besliste te stoppen met roken.
Il décida d'arrêter de fumer.
Ik kon niet stoppen met lachen.
Je ne pus m'empêcher de rigoler.
Ge zoudt moeten stoppen met roken.
Vous devriez arrêter de fumer.
Je zou beter stoppen met roken.
Tu ferais mieux d'arrêter de fumer.
Zijn dokter raadde hem aan te stoppen met roken.
Son médecin lui conseilla d'arrêter de fumer.
Als we hier stoppen, moeten we helemaal opnieuw van nul beginnen!
Si on s'arrête ici, on se retrouvera à la case 'Départ'!