Vertaling van stotteren

Inhoud:

Nederlands
Frans
stotteren {zn.}
bégaiement [m] (le ~)
hakkelen, stamelen, stotteren {ww.}
bafouiller 
bégayer 
balbutier 

wij stotteren
jullie stotteren
zij stotteren

nous bafouillons
vous bafouillez
ils/elles bafouillent
» meer vervoegingen van bafouiller



Gerelateerd aan stotteren

hakkelen - stamelen