Vertaling van studeren
wij studeren
jullie studeren
zij studeren
nous étudions
vous étudiez
ils/elles étudient
» meer vervoegingen van étudier
Voorbeelden in zinsverband
Ik wil Duits studeren.
Je veux apprendre l'allemand.
Ik ga Duits studeren.
J'étudierai l'allemand.
Goede studenten studeren hard.
Les bons étudiants travaillent dur.
Ik zal harder moeten studeren.
Je devrais travailler plus dur.
Ben je aan het studeren?
Étudies-tu ?
De meeste studenten studeren hard.
La plupart des étudiants étudient durement.
Al de studenten studeren Engels.
Tous les étudiants étudient l'anglais.
Het is je plicht om te studeren.
C'est ton devoir d'étudier.
Hoezo wil je in het buitenland studeren?
Pourquoi veux-tu étudier à l'étranger ?
Hij was te moe om te studeren.
Il était trop fatigué pour étudier.
Ik wil in het buitenland studeren.
Je veux étudier à l'étranger.
Hij houdt van sport en ook van studeren.
Il aime les études, mais aussi le sport.
Wat ben je van plan te gaan studeren?
Qu'as-tu l'intention d'étudier à l'université ?
Hij ging naar Amerika om medicijnen te studeren.
Il alla en Amérique étudier la médecine.
Ze ging naar Italië om literatuur te studeren.
Elle est allée en Italie dans le but d'étudier la littérature.