Vertaling van traag

Inhoud:

Nederlands
Frans
traag {bn.}
oisif
bewegingloos, energieloos, traag {bn.}
inerte 
langzaam, traag {bn.}
lent 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Opa spreekt heel traag.

Grand-père parle très lentement.

Tom stapt traag.

Tom marche lentement.


Gerelateerd aan traag

bewegingloos - energieloos - langzaam