De auteur heeft een mooie stijl.
L'auteur a un beau style.
manier, trant, wijze {zn.} manière [v] (la ~)
façon [v] (la ~)
Ik hou van uw manier om te glimlachen.
J'aime ta façon de sourire.
Ik hou niet van zijn manier van spreken.
Je n'aime pas sa façon de parler.