Vertaling van trip

Inhoud:

Nederlands
Frans
excursie [v], uitstapje [o], tocht, toer, trip {zn.}
randonnée  [v] (la ~)
excursion  [v] (l' ~)
reis, tocht, toer, trip {zn.}
voyage  [m] (le ~)
Ik reis vaak.
Je voyage souvent.
Ze hebben hun trip vanwege Regen afgebroken.
Leur voyage fut annulé en raison de la pluie.


Gerelateerd aan trip

excursie - uitstapje - tocht - toer - reis