Vertaling van tweetal

Inhoud:

Nederlands
Frans
duo [o], stelletje [o], koppel, paar, span, stel, tweetal {zn.}
couple  [m] (le ~)
paire  [v] (la ~)
Ik kocht een paar laarzen.
J'achetai une paire de bottes.
Het paar besloot een wees te adopteren.
Le couple décida d'adopter un orphelin.


Gerelateerd aan tweetal

duo - stelletje - koppel - paar - span - stel