Vertaling van uitbrengen

Inhoud:

Nederlands
Frans
ontlokken, slaken, uitbrengen, uithalen, uitdrijven, uiten {ww.}
répandre 

ik zal uitbrengen
jij zult uitbrengen
hij/zij/het zal uitbrengen

je répandrai
tu répandras
il/elle répandra
» meer vervoegingen van répandre

blootstellen, etaleren, uitbrengen, uitstallen {ww.}
enlever 

ik zal uitbrengen
jij zult uitbrengen
hij/zij/het zal uitbrengen

j'enlèverai
tu enlèveras
il/elle enlèvera
» meer vervoegingen van enlever

ruchtbaar maken, uitbrengen {ww.}
violer un secret
maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren {ww.}
faire 
poser 
opérer 
fabriquer 
construire 

ik zal uitbrengen
jij zult uitbrengen
hij/zij/het zal uitbrengen

je ferai
tu feras
il/elle fera
» meer vervoegingen van faire

Beter niets doen, dan een fout te maken.
Il est préférable de ne rien faire que de faire quelque chose de médiocre.
Wat moet ik doen?
Que dois-je faire ?