Vertaling van uitdagen

Inhoud:

Nederlands
Frans
provoceren, tarten, tergen, uitdagen, uitlokken, uittarten {ww.}
provoquer 

ik zal uitdagen
jij zult uitdagen
hij/zij/het zal uitdagen

je provoquerai
tu provoqueras
il/elle provoquera
» meer vervoegingen van provoquer



Gerelateerd aan uitdagen

provoceren - tarten - tergen - uitlokken - uittarten