Vertaling van uitgebreidheid

Inhoud:

Nederlands
Frans
bestek [o], uitgebreidheid [v], grootte, omvang {zn.}
taille  [v] (la ~)
grandeur  [v] (la ~)
importance  [v] (l' ~)
ampleur  [v] (l' ~)
Op die dag in 1887 verscheen in Warschau een brochure van Ludwik Lejzer Zamenhof over een "Internationale Taal". Het was bescheiden van omvang, het motto mikte hoog: "…
Ce jour-là de 1887, parut à Varsovie, une brochure de Louis Lazare Zamenhof traitant de « Langue Internationale ». Sa taille était modeste, sa devise ambitieuse : «…
ruimheid [v], uitgebreidheid [v], uitgestrektheid [v], wijdte {zn.}
largeur  [v] (la ~)
uitvoerigheid, uitgebreidheid, onbekrompenheid [v], overvloed [m], uitbundigheid [v], weligheid [v] {zn.}
abondance  [v] (l' ~)
opulence [v] (l' ~)
Amerika heeft petroleum in overvloed.
L'Amérique a du pétrole en abondance.