Vertaling van uitgestrekt

Inhoud:

Nederlands
Frans
breedvoerig, groot, royaal, ruim, uitgebreid, uitgestrekt, wijd {bn.}
ample 
large 
étendu 
ophouden, rekken, strekken, uitbreiden, uitsteken, uitstrekken {ww.}
étendre 

ik heb uitgestrekt
jij hebt uitgestrekt
hij/zij/het heeft uitgestrekt

j'ai étendu
tu as étendu
il/elle a étendu
» meer vervoegingen van étendre



Gerelateerd aan uitgestrekt

breedvoerig - groot - royaal - ruim - uitgebreid - wijd - ophouden - rekken - strekken - uitbreiden - uitsteken - uitstrekken