Vertaling van uitmeten

Inhoud:

Nederlands
Frans
meten, afmeten, opmeten, opnemen, roeien, uitmeten {ww.}
mesurer 

ik zal uitmeten
jij zult uitmeten
hij/zij/het zal uitmeten

je mesurerai
tu mesureras
il/elle mesurera
» meer vervoegingen van mesurer



Gerelateerd aan uitmeten

meten - afmeten - opmeten - opnemen - roeien