Vertaling van uitrekken

Inhoud:

Nederlands
Frans
nauwer aanhalen, opwinden, spannen, strekken, uitrekken {ww.}
tendre 
serrer 
raidir 
remonter 
bander 

ik zal uitrekken
jij zult uitrekken
hij/zij/het zal uitrekken

je tendrai
tu tendras
il/elle tendra
» meer vervoegingen van tendre

doortrekken, rekken, uitleggen, uitrekken, uittrekken, verlengen {ww.}
prolonger 
allonger 

ik zal uitrekken
jij zult uitrekken
hij/zij/het zal uitrekken

je prolongerai
tu prolongeras
il/elle prolongera
» meer vervoegingen van prolonger

De stad wil de weg verlengen.
La ville veut prolonger la route.


Gerelateerd aan uitrekken

nauwer aanhalen - opwinden - spannen - strekken - doortrekken - rekken - uitleggen - uittrekken - verlengen