Vertaling van uitspreiden

Inhoud:

Nederlands
Frans
ontvouwen, opzetten, uitspreiden, uitvouwen {ww.}
déployer 

ik zal uitspreiden
jij zult uitspreiden
hij/zij/het zal uitspreiden

je déploierai
tu déploieras
il/elle déploiera
» meer vervoegingen van déployer

spreiden, ontvouwen, uitspreiden {ww.}
étendre 

ik zal uitspreiden
jij zult uitspreiden
hij/zij/het zal uitspreiden

je étendrai
tu étendras
il/elle étendra
» meer vervoegingen van étendre



Gerelateerd aan uitspreiden

ontvouwen - opzetten - uitvouwen - spreiden