Vertaling van vakantie

Inhoud:

Nederlands
Frans
vakantie [v], vrije tijd, verlof {zn.}
vacances 
loisirs
congé  [m] (le ~)
Ik was op vakantie in het buitenland.
J'étais en vacances à l'étranger.
Hij leest graag romans op vakantie.
Il aime lire des romans pendant les vacances.
vakantie [v] {zn.}
vacances 
Deze vakantie is niet zo leuk, we zouden naar huis moeten gaan.
Ces vacances ne sont pas très excitantes. Nous ferions mieux de rentrer.
Toen ze op vakantie waren zorgden hun buren voor de hond.
Pendant qu'ils étaient partis en vacances, leurs voisins se sont occupés du chien.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Hij leest graag romans op vakantie.

Il aime lire des romans pendant les vacances.

Ik was op vakantie in het buitenland.

J'étais en vacances à l'étranger.

Een prettige vakantie!

Joyeuses Pâques!

Deze vakantie is niet zo leuk, we zouden naar huis moeten gaan.

Ces vacances ne sont pas très excitantes. Nous ferions mieux de rentrer.

Toen ze op vakantie waren zorgden hun buren voor de hond.

Pendant qu'ils étaient partis en vacances, leurs voisins se sont occupés du chien.

Na veel overleg beslisten we onze vakantie in Spanje door te brengen.

Après pas mal de discussions, nous décidâmes de passer les vacances en Espagne.

Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.

Quand on commence à ressembler à la photo de son passeport, on devrait partir en vacances.

Ik ben hier voor zaken / op vakantie

Je suis ici pour affaires / en vacances


Gerelateerd aan vakantie

vrije tijd - verlof