Vertaling van vegen

Inhoud:

Nederlands
Frans
louteren, reinigen, schoonmaken, vegen, zuiveren {ww.}
affinier
purifier 

wij vegen
jullie vegen
zij vegen

nous purifions
vous purifiez
ils/elles purifient
» meer vervoegingen van purifier

bezemen, vegen, aanvegen, opvegen, schoonvegen {ww.}
balayer 

wij vegen
jullie vegen
zij vegen

nous balayons
vous balayez
ils/elles balayent; balaient
» meer vervoegingen van balayer

Mary wil het huis vegen.
Marie veut balayer la maison.
afdrogen, vegen, afvegen, wissen, afwissen {ww.}
essuyer 
effacer 

wij vegen
jullie vegen
zij vegen

nous essuyons
vous essuyez
ils/elles essuient
» meer vervoegingen van essuyer

klap, klets, klop, slag [m], tik, veeg (mv. vegen) {zn.}
coup  [m] (le ~)
onheilspellend, sinister, veeg (mv. vegen) {bn.}
sinistre 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Nieuwe bezems vegen schoon.

Tout nouveau, tout beau.

Mary wil het huis vegen.

Marie veut balayer la maison.