Vertaling van verklaren

Inhoud:

Nederlands
Frans
aangeven, betuigen, declareren, verklaren {ww.}
déclarer 

wij verklaren
jullie verklaren
zij verklaren

nous déclarons
vous déclarez
ils/elles déclarent
» meer vervoegingen van déclarer

beduiden, toelichten, uiteenzetten, uitleggen, verklaren {ww.}
expliquer 

wij verklaren
jullie verklaren
zij verklaren

nous expliquons
vous expliquez
ils/elles expliquent
» meer vervoegingen van expliquer

Ik kan het verschil tussen die twee niet uitleggen.
Je ne peux expliquer la différence entre ces deux-là.
Als je me laat spreken, dan kan ik alles uitleggen.
Si vous m'autorisez à parler, je peux tout expliquer.
duiden, interpreteren, uitleggen, verklaren, vertolken {ww.}
interpréter 

wij verklaren
jullie verklaren
zij verklaren

nous interprétons
vous interprétez
ils/elles interprètent
» meer vervoegingen van interpréter

beduiden, duidelijk maken, uitleggen, verhelderen, verklaren {ww.}
expliquer 
développer 

wij verklaren
jullie verklaren
zij verklaren

nous expliquons
vous expliquez
ils/elles expliquent
» meer vervoegingen van expliquer