Vertaling van verzekerd

Inhoud:

Nederlands
Frans
gewis, stellig, zeker, vast, vaststaand, verzekerd, wis {bn.}
certain 
sûr 
assuré 
betuigen, verzekeren {ww.}
certifier 
garantir 
assurer 

ik heb verzekerd
jij hebt verzekerd
hij/zij/het heeft verzekerd

j'ai certifié
tu as certifié
il/elle a certifié
» meer vervoegingen van certifier

beweren, verzekeren, garanderen {ww.}
affirmer 

ik heb verzekerd
jij hebt verzekerd
hij/zij/het heeft verzekerd

j'ai affirmé
tu as affirmé
il/elle a affirmé
» meer vervoegingen van affirmer

assureren, veilig stellen, verzekeren {ww.}
assurer 

ik heb verzekerd
jij hebt verzekerd
hij/zij/het heeft verzekerd

j'ai assuré
tu as assuré
il/elle a assuré
» meer vervoegingen van assurer



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ben je medisch verzekerd?

Avez-vous une assurance médicale ?

Ben je verzekerd?

Es-tu assuré?


Gerelateerd aan verzekerd

gewis - stellig - zeker - vast - vaststaand - wis - betuigen - verzekeren - beweren - garanderen - assureren - veilig stellen