Vertaling van vlammen

Inhoud:

Nederlands
Frans
laaien, vlammen {ww.}
flamber 

wij vlammen
jullie vlammen
zij vlammen

nous flambons
vous flambez
ils/elles flambent
» meer vervoegingen van flamber

opwinding [v], vlam (mv. vlammen) [v], vuur [o] {zn.}
flamme  [v] (la ~)
Zwavel brandt met een blauwe vlam.
Le soufre brûle avec une flamme bleue.
ader [v], nerf [v], vlam (mv. vlammen) {zn.}
veine  [v] (la ~)


Gerelateerd aan vlammen

laaien - opwinding - vlam - vuur - ader - nerf