Vertaling van vlekken

Inhoud:

Nederlands
Frans
bekladden, bezoedelen, smetten, vlekken, bevlekken {ww.}
souiller 
salir 

wij vlekken
jullie vlekken
zij vlekken

nous souillons
vous souillez
ils/elles souillent
» meer vervoegingen van souiller

klad, klak, moet, mop, plek, smet, vlek (mv. vlekken) {zn.}
tache  [v] (la ~)
buurtschap [v], gehucht [o], vlek (mv. vlekken) {zn.}
hameau  [m] (le ~)


Gerelateerd aan vlekken

bekladden - bezoedelen - smetten - bevlekken - klad - klak - moet - mop - plek - smet - vlek - buurtschap - gehucht