Vertaling van voer
Inhoud:
Nederlands
Frans
ik voer
jij voer
hij/zij/het voer
j'allais
tu allais
il/elle allait
» meer vervoegingen van aller
Ik moet gaan.
Je devrais y aller.
Ik moet gaan slapen.
Je dois aller dormir.
ik voer
jij voer
hij/zij/het voer
je naviguais
tu naviguais
il/elle naviguait
» meer vervoegingen van naviguer
ik voer
je transporte
» meer vervoegingen van transporter
ik voer
je conduis
» meer vervoegingen van conduire
Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
Ton oncle t'a-t-il laissé conduire sa voiture ?
ik voer
je porte
» meer vervoegingen van porter
Ik kan deze koffer niet zelf dragen.
Je ne peux porter seule cette valise.
We zijn het gewend om schoenen te dragen.
Nous sommes habituées à porter des chaussures.