Vertaling van voor
ik bereid voor
jij bereidt voor
je prépare
tu prépares
» meer vervoegingen van préparer
Voorbeelden in zinsverband
Eén voor allen, allen voor één.
Un pour tous, tous pour un.
Wees aardig voor anderen.
Sois gentil avec les autres !
Zorg goed voor jezelf.
Prenez soin de vous.
Bedankt voor de uitleg.
Merci pour ton explication.
Hij vertolkte voor mij.
Il interpréta pour moi.
Wees aardig voor anderen.
Soyez aimable avec autrui !
Ze kookt voor hem.
Elle cuisine pour lui.
Bedankt voor het bellen.
Merci d'avoir appelé.
Ik werk voor jullie.
Je travaille pour vous.
Bedankt voor uw antwoord.
Merci pour ta réponse.
Iedereen wenst voor geluk
Chacun souhaite le bonheur.
Voor geen goud!
Pas pour tout le thé de la Chine !
Bedankt voor je cadeau.
Merci pour votre cadeau.
Ren voor je leven!
Sauve qui peut !
Wees aardig voor anderen.
Soyez aimable avec autrui !