Vertaling van voorvallen
Inhoud:
Nederlands
Frans
aan de hand zijn, gebeuren, geschieden, voorkomen, voorvallen, vóórkomen {ww.}
hij/zij/het zal voorvallen
zij zult voorvallen
hij/zij/het zal voorvallen
il/elle arrivera
ils/elles arriveront
il/elle arriverait
» meer vervoegingen van arriver
Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren.
Tu devines probablement ce qui va arriver.
Laten we eens kijken wat er kan gebeuren in het ergste geval.
Réfléchissons au pire qui pourrait arriver.