Vertaling van vreugde

Inhoud:

Nederlands
Frans
vreugde {zn.}
allégresse  [v] (l' ~)
blijdschap, opgewektheid, vreugde {zn.}
joie de vivre
blijdschap [v], blijheid [v], verheugenis [v], verheuging [v], vreugde {zn.}
joie  [v] (la ~)
allégresse  [v] (l' ~)
Ze barstte uit in tranen van vreugde toen ze het nieuws hoorde.
Elle pleura de joie en apprenant la nouvelle.
Ze huilde van blijdschap toen ze hoorde dat haar zoon de vliegtuigcrash had overleefd.
Elle pleura de joie lorsqu'elle apprit que son fils avait survécu à l'écrasement de l'avion.


Gerelateerd aan vreugde

blijdschap - opgewektheid - blijheid - verheugenis - verheuging