Vertaling van vrijlaten
Inhoud:
Nederlands
Frans
afhelpen, bevrijden, loslaten, verlossen, vrijlaten, vrijmaken {ww.}
ik zal vrijlaten
jij zult vrijlaten
hij/zij/het zal vrijlaten
je réformerai
tu réformeras
il/elle réformera
» meer vervoegingen van réformer