Vertaling van wandelen
Inhoud:
Nederlands
Frans
Hij ging wandelen.
Il est allé se promener.
Ze gaat graag alleen wandelen.
Elle aime se promener seule.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Frans
Hij ging wandelen.
Il est allé se promener.
Ik kan amper wandelen.
Je peux difficilement marcher.
Ze gaat graag alleen wandelen.
Elle aime se promener seule.
Mijn opa houdt van wandelen.
Mon grand-père aime marcher.
Hij is buiten aan het wandelen.
Il est dehors en train de se promener.
Hij houdt van wandelen in het park.
Il aime marcher dans le parc.
Ik las een boek tijdens het wandelen.
Je lisais un livre en me promenant.
Ik had zin om te gaan wandelen.
J'avais envie d'aller me promener.
We zijn van plan morgen te gaan wandelen.
Nous prévoyons de partir en excursion, demain.
Soms voel ik me moe van het wandelen.
Parfois je me sens fatiguée de marcher.