Vertaling van wapperen

Inhoud:

Nederlands
Frans
flakkeren, flikkeren, schitteren, vonken schieten, wapperen {ww.}
scintiller 
vaciller 
ondoyer 

wij wapperen
jullie wapperen
zij wapperen

nous scintillons
vous scintillez
ils/elles scintillent
» meer vervoegingen van scintiller

aan de scharrel zijn, fladderen, flirten, scharrelen, wapperen {ww.}
flirter 
voltiger 
conter fleurette

wij wapperen
jullie wapperen
zij wapperen

nous flirtons
vous flirtez
ils/elles flirtent
» meer vervoegingen van flirter