Vertaling van wenen

Inhoud:

Nederlands
Frans
huilen, krijten, schreien, wenen {ww.}
pleurer 

wij wenen
jullie wenen
zij wenen

nous pleurons
vous pleurez
ils/elles pleurent
» meer vervoegingen van pleurer

Ik deed hem wenen.
Je le fis pleurer.
Ze begon te wenen.
Elle commença à pleurer.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Je zal snel wenen.

Vous pleurerez avant peu.

Ik deed hem wenen.

Je le fis pleurer.

Ze begon te wenen.

Elle commença à pleurer.


Gerelateerd aan wenen

huilen - krijten - schreien