Vertaling van wensen

Inhoud:

Nederlands
Frans
begeren, trek hebben in, verkiezen, verlangen, wensen {ww.}
souhaiter 
désirer 

wij wensen
jullie wensen
zij wensen

nous souhaitons
vous souhaitez
ils/elles souhaitent
» meer vervoegingen van souhaiter

begeerte [v], zucht [v], lust, verlangen, wens (mv. wensen), zin [m] {zn.}
souhait  [m] (le ~)
désir  [m] (le ~)
"Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.
"Quel est ton souhait ?" demanda le petit lapin blanc.


Gerelateerd aan wensen

begeren - trek hebben in - verkiezen - verlangen - begeerte - zucht - lust - wens - zin