Vertaling van wij
Voorbeelden in zinsverband
Wij praten graag.
Nous apprécions de converser.
Wij spreken allemaal Engels.
Nous parlons tous anglais.
Waar zijn wij?
Où sommes-nous ?
Wij zijn Arabieren.
Nous sommes arabes.
Wij hebben genoeg tijd.
Nous avons assez de temps.
Wij drinken alles.
Nous buvons n'importe quoi.
Wij leren Spaans.
Nous apprenons l'espagnol.
Wij spelen dikwijls schaak.
Nous jouons souvent aux échecs.
Wij konnen je helpen.
Nous pouvons vous aider.
Wij zijn goede vrienden.
Nous sommes de bons amis.
Laten wij even rusten.
Reposons-nous un peu.
Wij moeten naar school gaan.
Nous devons aller à l'école.
Wij zijn alle drie studenten.
Nous sommes tous trois étudiants.
Wij wonnen de bronzen medaille.
Nous avons remporté le bronze.
Wij hadden een geheime ontmoeting.
Nous avons eu une réunion secrète.