Vertaling van wissel

Inhoud:

Nederlands
Frans
schakelaar, wissel, stroomwisselaar {zn.}
commutateur [m] (le ~)
ruilen, inruilen, wisselen, inwisselen, uitwisselen, verruilen {ww.}
échanger 

ik wissel

je échange
» meer vervoegingen van échanger

veranderen, vermaken, wisselen {ww.}
changer 
convertir 
transformer 

ik wissel

je change
» meer vervoegingen van changer

Ik wil graag mijn kamer veranderen.
J'aimerais changer de chambre.
We moeten ons plan veranderen.
Nous devons changer notre plan.