Vertaling van worden
wij worden
jullie worden
zij worden
nous devenons
vous devenez
ils/elles deviennent
» meer vervoegingen van devenir
Voorbeelden in zinsverband
Wat gaan we worden?
Qu'allons-nous devenir ?
Hij wilde boer worden.
Il voulait être fermier.
Carthago moet verwoest worden.
Carthage doit être détruite.
Mary wil lerares worden.
Je pense que Marie veut devenir professeur.
Zij willen rijk worden.
Ils veulent devenir riches.
Wat zult ge worden?
Qu'allez-vous être ?
Computers worden steeds verbeterd.
Les ordinateurs sont améliorés en permanence.
Het begint belachelijk te worden.
Ça devient ridicule.
Mijn fiets moet gerepareerd worden.
Mon vélo a besoin d'être réparé.
Oude mensen worden vroeg wakker.
Les personnes âgées se lèvent tôt.
Zijn levensdoel was muzikant worden.
Son but dans la vie était de devenir musicien.
Niemand kan een dichter worden.
Nul ne peut être poète.
Dit shirt moet gestreken worden.
La chemise doit être repassée.
Op hem kan gerekend worden.
On peut compter sur lui.
Mijn horloge moet gerepareerd worden.
Ma montre a besoin d'être réparée.