Vertaling van zakken

Inhoud:

Nederlands
Frans
dalen, zakken, verzakken, wegzakken, zinken {ww.}
baisser 
s'abaisser 
zak (mv. zakken) [m] {zn.}
poche  [v] (la ~)
doos [v], bak [m], etui [o], foedraal [o], koker [m], korf [m], pot [m], zak (mv. zakken), vat [o], kist [v], fles [v], krat [o], emmer, kruik, urn {zn.}
baquet [m] (le ~)
bac  [m] (le ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik wil niet zakken voor mijn examens.

Je ne veux pas louper mes examens.

Kan je de prijs een beetje laten zakken?

Pourriez-vous réduire un peu le prix ?


Gerelateerd aan zakken

dalen - verzakken - wegzakken - zinken - zak - doos - bak - etui - foedraal - koker - korf - pot - vat - kist - fles