Vertaling van zet
ik zet
jij zet
hij/zij/het zet
je compose
tu composes
il/elle compose
» meer vervoegingen van composer
ik zet
jij zet
hij/zij/het zet
je pose
tu poses
il/elle pose
» meer vervoegingen van poser
faire infuser
ik zet
jij zet
hij/zij/het zet
j'infuse
tu infuses
il/elle infuse
» meer vervoegingen van infuser
ik zet
jij zet
hij/zij/het zet
je monte
tu montes
il/elle monte
» meer vervoegingen van monter
ik zet
jij zet
hij/zij/het zet
je réduis
tu réduis
il/elle réduit
» meer vervoegingen van réduire
ik zet
jij zet
hij/zij/het zet
j'assieds; assois
tu assieds; assois
il/elle assied; assoit
» meer vervoegingen van asseoir
Voorbeelden in zinsverband
Zet het alsjeblieft aan.
Allume-le, s'il te plait.
Zet het af.
Ferme-le.
Ik zet mijn hoed af.
J'ôte mon chapeau.
Zet alsjeblieft wat kaarsen op de verjaardagstaart.
Mettez quelques bougies sur le gâteau d'anniversaire, s'il vous plait.
Zet het niet op mijn schrijftafel.
Pas sur mon bureau !
Zodra ik opsta, zet ik koffie.
Dès que je me lève, je prépare le café.
Zet het volume eens wat zachter.
Baissez le volume, je vous prie.
Zet dat maar op mijn rekening.
S'il vous plaît portez ceci à mon compte.
Zet de televisie uit. Ik kan me niet concentreren.
Éteins la télévision. Je n'arrive pas à me concentrer.
Zet de klok goed. Hij loopt tien minuten voor.
Règle la pendule. Elle avance de dix minutes.
Zet je naam op de lijst en geef hem door aan de volgende persoon.
Inscrivez votre nom sur la liste et passez-la au suivant.