Vertaling van zetel

Inhoud:

Nederlands
Frans
bril [m], zetel [m] {zn.}
siège  [m] (le ~)
Geef mij maar een zetel bij het venster, a.u.b.
J'aimerais un siège à côté d'une fenêtre, s'il vous plaît.
lokaliteit [v], oord, plaats [v], ruimte, zetel [m] {zn.}
lieu  [m] (le ~)
place  [v] (la ~)
endroit  [m] (l' ~)
localité  [v] (la ~)
Hij ging naar daar in plaats van zijn vader.
Il s'y rendit en lieu et place de son père.
De middeleeuwen maakten plaats voor de renaissance.
L'époque médiévale fit place à la Renaissance.
stoel [m], zetel [m] {zn.}
chaise  [v] (la ~)
siège  [m] (le ~)
Neem de andere stoel!
Prends l'autre chaise !
Deze stoel is lelijk.
Cette chaise est laide.


Gerelateerd aan zetel

bril - lokaliteit - oord - plaats - ruimte - stoel