Vertaling van zij

Inhoud:

Nederlands
Frans
zij [v], zijde [v] {zn.}
soie  [v] (la ~)
ze, zij {pers. vnw.}
elles 
ils 
eux 
flank [v], zij [v], kant [m], zijde [v], zijkant {zn.}
côté  [m] (le ~)
flanc  [m] (le ~)
Een kant van een munt wordt 'kop' genoemd, en de andere zijde wordt 'munt' genoemd.
Un côté de la pièce est appelé « face » et l'autre, « pile ».
Ik sta aan jouw kant.
Je suis de votre côté.
ze, zij {pers. vnw.}
elle 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Zij rent.

Elle court.

Zij kunnen vissen.

Elles mettent du poisson en conserve.

Is zij getrouwd?

Est-elle mariée ?

Zij heeft veel geld.

Elle a beaucoup d'argent.

Zij schrijft novelles.

Elle écrit des nouvelles.

Zij fronste haar wenkbrouwen.

Elle fronça ses sourcils.

Zij heeft weinig vrienden.

Elle a peu d'amis.

Zij kan piano spelen.

Elle sait jouer du piano.

Zij is acht.

Elle a 8 ans.

Zij is een beginneling.

Elle est novice.

Zij deed het voorzichtig.

Elle l'a fait soigneusement.

Zij heeft drie broers.

Elle a trois frères.

Zij heeft droog haar.

Elle a une chevelure sèche.

"Speelt zij tennis?" "Ja."

"Est-ce qu'elle joue au tennis ?" "Oui, elle y joue."

Zij rookt niet.

Elle ne fume pas.


Gerelateerd aan zij

zijde - ze - flank - kant - zijkant