Vertaling van zoenen

Inhoud:

Nederlands
Frans
kussen, zoenen {ww.}
embrasser 
baiser 

wij zoenen
jullie zoenen
zij zoenen

nous embrassons
vous embrassez
ils/elles embrassent
» meer vervoegingen van embrasser

U mag nu de bruid kussen.
Vous pouvez maintenant embrasser la mariée.
kus, zoen (mv. zoenen) {zn.}
baiser  [m] (le ~)
bisou
Hun kus was ontdekt door Charlotte.
Leur baiser avait été découvert par Charlotte.


Gerelateerd aan zoenen

kussen - kus - zoen