Vertaling van zouten

Inhoud:

Nederlands
Frans
zouten {ww.}
saler 

wij zouten
jullie zouten
zij zouten

nous salons
vous salez
ils/elles salent
» meer vervoegingen van saler

inleggen, inmaken, pekelen, zouten, in het zout leggen {ww.}
saler 

wij zouten
jullie zouten
zij zouten

nous salons
vous salez
ils/elles salent
» meer vervoegingen van saler

zout (mv. zouten) [o] {zn.}
sel  [m] (le ~)
Mary kookt zonder zout.
Marie fait la cuisine sans sel.
Er is geen zout meer.
Il n'y a plus de sel.


Gerelateerd aan zouten

inleggen - inmaken - pekelen - in het zout leggen - zout