Vertaling van aankondigen

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
aankondigen, in kennis stellen, meedelen, mededelen, verwittigen {ww.}
insegnare

ik zal aankondigen
jij zult aankondigen
hij/zij/het zal aankondigen

io insegnerò
tu insegnerai
lui/lei/Lei insegnerà
» meer vervoegingen van insegnare

adverteren, annonceren, aankondigen, aandienen {ww.}
annunziare
pubblicare
annunciare

ik zal aankondigen
jij zult aankondigen
hij/zij/het zal aankondigen

io pubblicherò
tu pubblicherai
lui/lei/Lei pubblicherà
» meer vervoegingen van pubblicare

uitbazuinen, aankondigen, verkondigen {ww.}
pubblicizzare
annunciare

ik zal aankondigen
jij zult aankondigen
hij/zij/het zal aankondigen

io pubblicizzerò
tu pubblicizzerai
lui/lei/Lei pubblicizzerà
» meer vervoegingen van pubblicizzare