Vertaling van aanplanten

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
planten, aanplanten, poten {ww.}
piantare

ik zal aanplanten
jij zult aanplanten
hij/zij/het zal aanplanten

io pianterò
tu pianterai
lui/lei/Lei pianterà
» meer vervoegingen van piantare



Gerelateerd aan aanplanten

planten - poten