Vertaling van aanporren

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
aanporren, aansporen, aanvuren, prikkelen, stimuleren, zwepen {ww.}
stimolare

ik zal aanporren
jij zult aanporren
hij/zij/het zal aanporren

io stimolerò
tu stimolerai
lui/lei/Lei stimolerà
» meer vervoegingen van stimolare



Gerelateerd aan aanporren

aansporen - aanvuren - prikkelen - stimuleren - zwepen