Vertaling van aarzelen
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
aarzelen, dubben, schoorvoeten, schromen, weifelen {ww.}
titubare
esitare
esitare
wij aarzelen
jullie aarzelen
zij aarzelen
noi titubiamo
voi/Voi titubate
loro/Loro titubano
» meer vervoegingen van titubare