Vertaling van af

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
af, afgelopen, gereed, klaar {bn.}
pronto


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Maak de zin af.

Completi la sentenza.

Op je plaats, klaar, af!

Attenzione, pronto, via!

We vragen ons af waarom.

Ci si domanda perché.

Ze wees mijn verzoek af.

Lei rifiutò la mia richiesta.

Morgen moet het werk af zijn.

Il lavoro deve essere finito per domani.

Zal ze het vandaag af kunnen krijgen?

Lei sarà in grado di finirla oggi?

Waarom wees je zijn aanbod af?

Perché ha rifiutato la sua offerta?

Het programma sluit af met het volkslied.

Il programma finirà con l'inno nazionale.

Dat hangt af van de context.

Dipende dal contesto.

Ik moet het werk af hebben tegen vier uur.

Devo finire il lavoro per le quattro.

Er is tijd genoeg om dit huiswerk af te maken.

C'è abbastanza tempo per finire questi compiti.

Ik vraag me af wat er gebeurd is.

Mi chiedo cosa sia successo.

Er valt bijna een knoop van je bloes af.

Il bottone della tua camicia si sta staccando.

Ik vraag me af of hij getrouwd is.

Mi chiedo se è sposato.

Af en toe ga ik naar de bibliotheek.

Io vado in biblioteca di tanto in tanto.


Gerelateerd aan af

afgelopen - gereed - klaar