Vertaling van africhten
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
africhten, dresseren, temmen {ww.}
addestrare
ik zal africhten
jij zult africhten
hij/zij/het zal africhten
io addestrerò
tu addestrerai
lui/lei/Lei addestrerà
» meer vervoegingen van addestrare