Vertaling van afschrikken
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
afschrikken, verjagen {ww.}
spaventare
impaurire
impaurire
ik zal afschrikken
jij zult afschrikken
hij/zij/het zal afschrikken
io spaventerò
tu spaventerai
lui/lei/Lei spaventerà
» meer vervoegingen van spaventare
schrikken, afschrikken, angst aanjagen {ww.}
minacciare
ik zal afschrikken
jij zult afschrikken
hij/zij/het zal afschrikken
io minaccerò
tu minaccerai
lui/lei/Lei minaccerà
» meer vervoegingen van minacciare