Vertaling van aftellen
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
tellen, aftellen, neertellen {ww.}
contare
ik zal aftellen
jij zult aftellen
hij/zij/het zal aftellen
io conterò
tu conterai
lui/lei/Lei conterà
» meer vervoegingen van contare
Ze is nog maar twee jaar, maar ze kan al tot 100 tellen.
Ha solo due anni, ma sa già contare fino a cento.
Ze is nog maar twee jaar, maar ze kan al tot 100 tellen.
Lei ha solo due anni ma è capace a contare fino a 100.