Vertaling van afzonderen

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
afzonderen, scheiden, afscheiden, schiften {ww.}
separare

ik zal afzonderen
jij zult afzonderen
hij/zij/het zal afzonderen

io separerò
tu separerai
lui/lei/Lei separerà
» meer vervoegingen van separare



Gerelateerd aan afzonderen

scheiden - afscheiden - schiften